Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

KARDINAAL

betekenis & definitie

(Lat.: Cardinalis, van cardo, deurhengsel), een geestelijke, die verbonden is aan de voornaamste Kerk, bekleedt in de hiërarchie de hoogste waardigheid na de paus. Het college van kardinalen, dat maximaal uit 70 leden bestaat, heeft primair tot taak, de paus met raad en daad bij te staan in het centrale bestuur der Kerk.

Het kerkelijk wetboek noemt hen dan ook „de senaat van de paus en diens voornaamste raadgevers en helpers”. Hun deelneming aan het bestuur komt vooral tot uiting in hun werkzaamheden aan de zgn.

Romeinse congregaties, welke te vergelijken zijn met de Nederlandse departementen; bovendien hebben zij de leiding van de pauselijke rechtbanken en van de meeste pauselijke officies en commissies. Vervolgens is aan het kardinalencollege het bestuur der Kerk toevertrouwd in de periode tussen de dood van een paus en de verkiezing van zijn opvolger.

Tenslotte kiezen de kardinalen de nieuwe paus, welke keuze plaats vindt in het zgn. conclaaf, dat 15 dagen na de dood van de paus moet worden geopend. Hoewel in principe ook een niet-kardinaal tot paus zou kunnen worden gekozen, valt practisch toch steeds de keuze op een lid van het kardinalencollege.Het kardinalencollege in zijn huidige vorm gaat terug tot de ii de of 12de eeuw en heeft zich ontwikkeld uit de bisschoppen van de om Rome liggende bisdommen, uit de priesters, die aan het hoofd stonden van de oude Romeinse parochie- of titelkerken, en uit de diakens, die in de stad Rome de leiding hadden van de armenzorg. Deze ontwikkeling tekent zich nu nog duidelijk af in de samenstelling van het kardinalencollege, dat uit 6 kardinaalbisschoppen, 50 kardinaal-priesters en 14 kardinaal-diakens bestaat.

Het onderscheid in deze rangorde berust niet op de graad van de wijding, maar op de historische ontwikkeling. De aartsbisschoppen en bisschoppen buiten Rome, die met de waardigheid van het kardinalaat worden bekleed en in hun bisdommen blijven resideren, worden ingedeeld bij de kardinaal-priesters. De kardinalen worden benoemd (,, gecreëerd ”) door de paus. Eerst worden de namen van de toekomstige kardinalen gepubliceerd, waarmede wordt aangegeven, dat de paus van plan is, in een volgend geheim consistorie deze personen tot kardinaal te verheffen. In een geheim consistorie, dat altijd op een Maandag plaats vindt, worden de namen door de paus officieel bekendgemaakt, -waardoor de nieuwe kardinalen gecreëerd zijn. Donderdags daarop wordt dan het openbare consistorie gehouden, waarin de nieuwe kardinalen de eed van gehoorzaamheid afleggen en de paus hun de kardinaalshoed overhandigt.

Onmiddellijk daarna wordt een geheim consistorie gehouden, waarin de plechtigheid van de opening (aanduidend hun bevoegdheid om over kerkelijke zaken hun oordeel uit te spreken) en de sluiting (aanduidend hun verplichting tot geheimhouding) van de mond plaats vindt; tevens ontvangen zij hun titelkerk resp. diaconie en hun kardinaalsring uit de handen van de paus. Indien de paus met het oog op politieke of andere verwikkelingen, die aan een directe bekendmaking van een kardinaalsbenoeming zouden vastzitten, de creatie van een kardinaal in het geheime consistorie wel voltrekt, doch diens naam niet noemt, spreekt men van een „reservatio in pectore”. Zo iemand kan de rechten en privileges van het kardinalaat niet uitoefenen. Maakt de paus later zijn naam bekend, dan treedt de kardinaal in alle rechten en privileges van het kardinalaat en ontvangt hij zijn plaats in het college, alsof hij vanaf de dag der reservatio gecreëerd was.

De kardinaal bezit vele privileges (can. 239 van het kerkelijk wetboek). De kleur van zijn kleding (toog, wijde mantel, schoudermanteltje, kousen) is scharlakenrood, in de Advent en Vastentijd paars. Hij voert de titel Eminentie en in het internationale recht wordt hij beschouwd en behandeld als prins van koninklijken bloede. H. M.