Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GEESTELIJK

betekenis & definitie

moet voor een Christen vóór alles heten al wat door de H. Geest gewerkt, iets van zijn aard vertoont.

De geestelijke mens staat dan tegenover de „psychische”, de louter natuurlijke mens, die de Geest niet heeft (Jud. 19) bij Paulus meestal tegenover de zwak-zondige, de ,,vleselijke" mens (bijv. Gal. 3 : 3-6; 5 : 13 vv).

Hiermee bedoelt de apostel niet een veroordeling van het lichaam noch een speciale nadruk op sexuele zondigheid, doch een tweevoudige staat van de mens, waarbij de mens in zijn totaliteit naar het oudtestamentisch spraakgebruik „vlees” heet, zolang de kracht des Geestes hem nog niet heeft aangegrepen.Toch speelt secundair ook de tegenstelling geestelijk-lichamelijk mee (vgl. Rom. 7 : 23; 8 : 10; 15 : 27). In deze oorspronkelijk meer Grieks-filosofische aanpak heet de mens „geest” voorzover hij de vervreemding, welke eigen is aan de stof, te boven komt om door deelname en doorlichting door de absolute Geest openheid te worden voor het zijn, communicatie met de ander en met zich zelf, in een vrij transcenderen van het hier en nu gegevene (zie Mens, Ziel). Paulus gebruikt iets van deze zienswijze: de Geest grijpt als het ware aan in onze diepste innerlijkheid (vgl. 2 Kor. 4 : 16), neemt verstand en wil in zijn dienst (vgl. 1 Kor. 14 : 19), maakt reeds de onlichamelijke onsterfelijkheid voor de gelovige tot een heilstoestand (Phil. 1 : 23 v.) en bekroont dan ten laatste in de verrijzenis zijn werk met het door-geesten van de mens ook naar diens lichamelijkheid (1 Kor. 15 : 35 vv). Ofschoon reeds in dit leven het lichaam in dienst wordt genomen (Rom. 12 : 1), daar de mens in zijn geheel wordt geraakt, is er dus in de beweging der genade toch ook een gang van „binnen" naar „buiten”.

De andere betekenissen van „geestelijk” leunen tegen een der beide genoemde aan. De Kerk is tegenover de wereld speciaal de gemeenschap des Geestes. Vandaar geestelijk tegenover profaan: geestelijke zaken tegenover alle werkelijkheden, die tot de ruimte der wereld behoren; geestelijke personen (zie Clerus) tegenover leken (vanuit Kun profane levensopdrachten benaderd); geestelijke verzorging; geestelijke verwantschap (zie Peter). De Geest, inwendig werkend, staat tegenover de letter der van buiten komende Wet (2 Kor. 3 : 6 vv.). Hij bewerkt ook een nieuw, „geestelijk” verstaan der Schrift (1 Kor. 2 : 6 vv.; zie Bijbel). Het woord dreigt in het huidig spraakgebruik te verwateren, daar men er de notie van de H. Geest niet meer voldoende in hoort.

j. w.