Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

BLOED

betekenis & definitie

was voor de oude Oosterling de zetel van het leven (Gen. 9:4). Het vergieten van mensenbloed werd met de dood gestraft, want de mens is beeld Gods, en zijn leven (= bloed) dus heilig.

Het dier mocht men doden en eten, maar zijn bloed niet nuttigen, omdat het leven aan God toebehoort. Dierenbloed moest of op de grond worden uitgestort en met aarde bedekt, of bij de offers volgens de rituele voorschriften worden behandeld: spatten tegen het altaar, besprenkelen, aanstrijken aan de hoorns van het altaar (zie Altaar), uitgieten aan de voet ervan enz. (Lev. 3 : 17; 17 : 10-14).

Bij deze offers werd het bloed beschouwd als hét zoenmiddel: men biedt er God het hele leven mee aan. Zo speelde het bloed een zeer grote rol in het Oude Verbond en kon Hebr. 9 : 22 terecht zeggen, dat „volgens de Wet nagenoeg alles door bloed wordt gereinigd en er zonder bloedstorting geen vergiffenis is".

Zijn grote betekenis krijgt het bloed echter in het N.T. en wel vooral door het bloed van Christus, waardoor alle heil is bewerkt. Bloed staat ook daar niet in zijn beperkte, stoffelijke betekenis, maar als beeld van de gewelddadige kruisdood van Jesus Christus.

Zoals het Oude Verbond door Moses werd bezegeld met het bloed van de offerdieren, zo is het Nieuwe Verbond bezegeld met het offerbloed van Christus (Hebr. 9 : 18), vergoten tot vergiffenis der zonden (Matth. 26 : 28). Jesus’ bloed wordt sindsdien de losprijs genoemd waarvoor wij zijn vrijgekocht (Eph. i : 7, i Petr. 1 : 18-19) en in de taal van het N.T. keren alle oude bloedtermen weer terug: door Jesus’ bloed zijn wij gereinigd (Hebr. 9 : 14), geheiligd (Hebr. 13 : 12), wij zijn er mee besprenkeld (1 Petr. ï : 2) en de zaligen in de hemel „hebben hun kleren gewassen in het bloed van het Lam” (Apoc. 7 : 14).

In de Eucharistie geeft de Heer ons zijn bloed te drinken en maakt ons daardoor deelachtig aan zijn offer (Jo. 6 : 54-56; 1 Kor. 10 : 16).De bijzondere waardering voor het „kostbare bloed” van Christus uitte zich liturgisch in het feest van het Kostbaar Bloed (1 Juli), dat door paus Pius IX werd ingesteld uit dankbaarheid voor zijn terugkeer te Rome in 1849. De zgn. bloedwonderen waarbij er bloed vloeide uit een kruisbeeld, uit een geconsacreerde kelk of hostie, soms ook in verband met bloed van martelaren of heiligen, van welke gebeurtenissen de historische echtheid echter maar zelden met zekerheid is vast te stellen gaven op sommige plaatsen aanleiding tot de H. Bloedprocessies (bijv. te Brugge en te Boxmeer). J. v. D.