('knuppəl) m. (-s) [kluppel < kloppen]
1. korte, dikke stok : iemand met een afranselen; de van een → dorsvlegel; een in het hoenderhok, iets wat plotseling ontsteltenis verwekt. → hond.
2. lomperd : zo'n -.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
('knuppəl) m. (-s) [kluppel < kloppen]
1. korte, dikke stok : iemand met een afranselen; de van een → dorsvlegel; een in het hoenderhok, iets wat plotseling ontsteltenis verwekt. → hond.
2. lomperd : zo'n -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: