(knoeide, heeft geknoeid)
1. morsen : kinderen graag met water.
2. slordig bewerken, omgaan : aan, met iets -.
3. slordig werken : jongen, wat knoei je toch? Syn. broddelen.
4. bedrieglijk te werk gaan : in een zaak -.
5. Gew. stoten, mishandelen.