Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

knijpen

betekenis & definitie

I. (‘knijpən) (kneep, knepen; heeft geknepen) [~ nijpen]

1. (het vlees) met de vingers samendrukken : iemand in de arm, in de wang -; een blad metaal -. →: kat. Syn. →: klemmen.
2. knevelen, afzetten : zijn schuldenaars -.
3. heet toegaan : het zal er -. knijpen

II. (knijpte, heeft geknijpt) in de knijp (II) zitten.

< >