('kattә) m. (-ken)
I. Eig. bak met zand enz. waar de kat in huis haar vuiligheid in doet: de uitboenen.
II. Metf.
1. toestel achter aan een rijtuig, ingericht als zitplaats voor een of twee personen: de knecht zat in de -.
2. Barg. geldlade.
3. platte bak, waarin met dobbelstenen geworpen wordt: de laten beslissen.