kattebak
sitplek agter aan ‘n rytuig of tweesitplekmotor.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-ken), 1. bak met zand of molm gevuld, waarin de kat haar gevoeg doet; 2. etensbak voor de kat; 3. (zegsw.) in de kattebak zijn, niet erg wel zijn; 4. (gew.) aanhangende zitplaats achter aan sommige rijtuigen; 5. (diev.) winkellade; 6. (Ind.) beker met of voor dobbelstenen; 7. in jongenstaal een scherts, vervorming van catechisatie...
M. J. Koenen's (1937)
m. kattebakken (zitplaats achter aan een rijtuig, in tweezitters [z. ald.], voor een of twee personen; houten bak met zand enz. gevuld, waarin de kat haar vuiligheid doet; Barg. geldlade; O.-I. beker met dobbelstenen).
Jozef Verschueren (1930)
('kattә) m. (-ken) I. Eig. bak met zand enz. waar de kat in huis haar vuiligheid in doet: de uitboenen. II. Metf. 1. toestel achter aan een rijtuig, ingericht als zitplaats voor een of twee personen: de knecht zat in de -. 2. Barg. geldlade. 3. platte bak, waarin met dobbelstenen geworpen wordt: de laten beslissen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: