I. Eig, 1. Algm. voorwerp van een zekere wijdte en van verschillende stof vervaardigd, dat iets inhoudt : een aarden, houten, ijzeren, metalen, stenen -; de glazen van een → akkumulator; een -voor brood, papier, kolen; de (as)onder in de → kachel; de van een → slijpsteen; het -je van een → scheer stel. Syn. kom, kop, nap, schaal
2. Inz. A. als bewaarplaats voor water : regenbak.
B. a. om planten in te kweken : bloemen in -ken zaaien,
b, Uitbr. laag vierkant getimmerte of metselwerk met glas bedekt voor hetzelfde doel : broeibak.
c Scheepst. houten balie waarin de spijs der schepebaklingen, die samen eten, wordt gehaald : aan de eten.
d. bakje a. kopje : een koffie. b. schoteltje : een onder een bloempot.
II. Metn. 1. hoeveelheid stof die in een bak gaat: haal mij een kolen.
2. Scheepst. maats die samen aan een bak (I 2 c) eten.
3. [msch. vandaar] Gemz. grap, poets : iemand een leveren.
III. Metf. 1. deel van een → kar, waarin de vracht geladen wordt.
2. rijtuig : een -je nemen.
3. arrestantenhok, gevangenis : in de zitten.
4. school inz. internaat.
5. plomp voorwerp : een van een hoed.
II bak
v. (-ken) kaakbeen, alleen nog in de samenstelling : kinnebak.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk