(-s) [stad Kastana in Pontos of Eastanaia in Thessalië]
I. v. Eig. vrucht van een der onder II genoemde bomen: tamme -s in de hete as braden; dolle -s, vruchten van de wilde kastanje; de -s uit het vuur (moeten) halen, een onaangenaam, gevaarlijk werkje (voor een ander) (moeten) doen of voor een onaangenaam, gevaarlijk werk gebruikt worden.
II. m. Metn.
1. wilde -, sierboom met samengesteld handvormige bladeren, kegelvormige witte bloemenstelsels en oneetbare vruchten (Aesculus hippocastanum): de kaarsjes van de -.
Syn.. paardekastanje.
2. tamme boom met langwerpige vruchten (Castanea sativa).
Syn.. zoete kastanje.