m. (-en)
I. Eig. [hangen 1]
1. Algm. zaak waaraan iets hangt of hangen kan.
2. Inz. hanger om (kaas)planken op te leggen.
II. Metn. plaats waar men iets te drogen hangt; vis in de -. III. Metf. [hangen 17] neiging, trek: tot het boze.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: