Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

gist

betekenis & definitie

v.

1. Eig. geelachtige, zachte plantaardige stof die in vloeistoffen ontstaat, als suikerdelen in alkohol omgezet worden: wordt gebruikt om brood- en koekedeeg te doen rijzen; met - en kaneelwater lopen, beuzelwerk doen als een bakkershalfwasje.
2. Metf. heffe, schuim: de van het volk.

< >