v.
1. Eig. geelachtige, zachte plantaardige stof die in vloeistoffen ontstaat, als suikerdelen in alkohol omgezet worden: wordt gebruikt om brood- en koekedeeg te doen rijzen; met - en kaneelwater lopen, beuzelwerk doen als een bakkershalfwasje.
2. Metf. heffe, schuim: de van het volk.