o. (-n, -s) [Dui. halten, houden, wat iets inhoudt]
I. Eig.
1. hoeveelheid zuiver metaal dat een mengsel in verhouding bevat: het aan zilver van een antieke beker; een hoog, laag aan goud.
Syn. allooi.
2. Algm. betrekkelijk bedrag van een bestanddeel in een mengsel: het der lucht aan zuurstof bepalen.
II. Metf. innerlijke waarde: hebben; aan iets geven; het van een konversatie; het van een arbeider; een schrijver van twijfelachtig -.
Syn. waarde, waardij.