I. m. (-len)
1. [met een draaiende beweging toegebrachte] klap, draai: iemand een om de oren geven.
2. het rondlopen, in de regel met de gedachte aan genotzuchtige bedoelingen: op de gaan, zijn.
II. v. gestold vleesnat. III. o. [Lat. trilix, driedradig]
1. linnen weefsel met drieknopige eenzijdige keper: voor hemden.
2. Uitbr. andere stof met kleine patronen.