Wat is de betekenis van dril?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dril

dril - Zelfstandignaamwoord 1. (m) (zoogdieren) mandril 2. (n) (kleding) stevige gekeperde stof 3. lillende gelei 4. (kookkunst) gestold vleesnat dril - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drillen ♢ Ik dril 2. gebiedende wijs van drillen ...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Dril

ook: trielje [Eng. dril, van Lat. trilix = driedraads, van tres = drie, en licium = draad] stevig dichtgeweven weefsel van katoen, linnen of halflinnen in keperbinding, oorspr. drieschachts (vandaar de naam). Gebruikt voor bedrijfskleding, tentdoek, postzakken e.d.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dril

gekeperde katoenen stof

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

dril

dril - Ruwe, stevige linnen of katoenen stof in verschillende gewichten, oorspronkelijk alleen in keperbinding, later ook in satijnbinding, waarbij aan het oppervlak vooral de schering is te zien; wordt gebruikt voor duurzame kleren en bekledingen.

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Dril

een stug, vast keperweefsel uit driedraads katoenen garens. Wordt gebruikt voor matrassen en werkkleding.

2024-04-26
Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Dril

Met zijn glimmend zwarte, brede gezicht, door witte haren omzoomde lippen, zwarte kuif en felgekleurde zitvlak ziet de dril er bijzonder imposant uit. Nauwelijks minder merkwaardig is zijn korte staart, feitelijk niet meer dan een stompje. De nauw aan hem verwante echte bavianen immers, die voornamelijk op rotsachtige bodem leven en het leven in de...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dril

gedril, oefen (soldate); liggaamsoefening (laat) doen; tril; beef; brei, afrig; kettingkatoenstof; oefening; afrigting.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dril

s., dril; op de —, op ’e flitter, hoart wjerweide.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dril

I.m. (-len), 1. het drillen; op de dril gaan, er op uit, aan de wandel, aan de zwier; 2. draai om de oren; 3. (Zuidn.) boorijzer; drilboor. Vgl. Tril. II. v., gestold vleesnat; lillende gelei enz. III. m. (-len), apensoort aan de kust van Guinea (Mandrillus leucophaeus). Vgl. mandril. IV. o., linnen en katoenen gekeper...