Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

beest

betekenis & definitie

[be:st) [Lat. bestia] o. [naar het geslacht van dier] (v. in sommige uitdrukkingen)

I. Eig. 1. redeloos dier : zich gedragen als een Gez. de spelen. zich brutaal gedragen; hij is -, hij is er slecht aan toe of hem staat wat te wachten; wat een / wat een bofstoot (in het biljartspel)! Syn. dier. vee.
2. Algm. dier : dat arme -. Gez. -jes hebben, luizen hebben; een mager -je, iets van niet veel waarde; een oud -je van stal halen, iets ouds te voorschijn halen. -

II. Metf, onhebbelijk, ruw mens : een van een kerel, man, vent.

< >