Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

deun

betekenis & definitie

I. m. (-en; -tje) gewoonlijk vklw.

1 . Eig. bekend lied, dat meer om de wijs, dan om de woorden gezongen wordt: een -tje fluiten; altijd dezelfde zingen, altijd op hetzelfde terugkomen; weer het oude -tje, weer hetzelfde vervelende ding, verhaal. Syn. gezang, lied, zang.
2. Metf.
a. deuntje [een deuntje duurt niet lang] poosje: hij ging een -tje huilen.
b. gekheid, grap, vooral in de uitdr.: om de deun.

III. bn. en bw. (-er, -st) [~ dun]

1. zeer zuinig, gierig: op een cent.
2. armoedig: het ziet er -(tjes) bij hem uit.