(bə'zorgən) (bezorgde, heeft bezorgd)
1. zorg hebben voor : veel te – hebben; hij is bezorgd, men heeft voor hem gezorgd, of hij zit er warm in, of hij is goed getrouwd, of hij is in zekere bewaring.
2. verschaffen : iemand geld, een betrekking –. →: aftocht.
3. uitgeven : een herdruk bezorgd door N.
4. veroorzaken : iemand veel verdriet –.
5. zorgen dat iets op een bepaalde plaats komt : een boek aan zijn adres –; brieven en boodschappen – hiernaast. Syn. bestellen.
