(bə'schouwən) (beschouwde, heeft beschouwd)
1. aandachtig bezien : een natuurtafereel -. Syn. →: aanblikken, bekijken.
2. overwegen en beoordelen : op zichzelf beschouwd; alles wel beschouwd; iets uit een bepaald oogpunt, in een bepaald licht, van een bepaalde zijde, van een bepaalde kant -; al naar men het beschouwt. →: keper.
3. godsdienstig, min of meer mystiek overpeinzen : de eeuwige waarheden -.
4. aanzien : iemand als aanvoerder -; dat aanschouw ik als mijn plicht.