(bə'dankən) (bedankte, heeft bedankt)
1. zijn dank uitspreken : iemand voor iets -; wel bedankt! Syn. danken, dankzeggen, dank weten.
2. van de hand wijzen : daar bedank ik voor; hartelijk, lekker voor iets -.
3. ontslag geven : iemand -.
4. ontslag nemen : als lid van een sociëteit -.
5, zijn abonnement opzeggen : voor een krant -.
bedankenswaardig (wa:rdəch) bn. bedanking(‘danking) v. (-en).