('amtəna:r) m. (...naren, -s) hij die een ambt bekleedt; burgerlijk, rechterlijk ; aan, bij een ministerie; men spreekt van staatsambtenaren, maar van spoorwegbeambten; de van de burgerlijke stand is belast met het houden van de registers van de burgelijke stand; de van het Openbaar Ministerie is de officier van justitie. Syn. beambte.
ambtenaarsheerschappij ('amtena:rs) v. ambtenaarsleven o. ambtenaarsloopbaan v. ambtenaarsnauwgezetheid v. ambtenaarssalaris o. (-sen). ambtenaarsstand m. ambtenaars-traktement o. (-en).
ambtenaars weduwe v. (-n). ambtenaarswereld v. ambtenaarswoning v. (-en).