Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

aangroeien

betekenis & definitie

(groeide aan, is aangegroeid)

1. door groeien groter worden : de knaap groeit sterk aan.
2. Scheepst. bezet worden met planten en weekdieren ; het der scheepshuid.
3. aanzienlijker worden : de bevolking, zijn invloed groeit aan. Syn. aanwassen, groter worden, toenemen, vermeerderen, zich uitbreiden. Tgst. afnemen.

aangroeiing v. (-en).

< >