('a:n) m.
I. Eig. het aanbouwen : de -van oorlogsschepen, van woeste grond, van vlas; een huis, een schip in -, dat nieuw gebouwd wordt.
II. Metn.
1. Algm. het aangebouwde.
2. Mil. geheel der veranderingen van het natuurlijk terrein, door mensenhanden aangebracht als gebouwen, kanalen enz.: hoe groter de -, des te bezwaarlijker zijn de krijgsbewegingen.