Wat is de betekenis van Aanbouw?
Bouwkundige termen
verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie
Nederlandstalige WikiWoordenboek
Wiktionary (2019)
aanbouw
aanbouw - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) het bouwen van iets aan een ander gebouw 2. (bouwkunde) het aangebouwde ♢ De slaapkamer komt in de nieuwe aanbouw. ♢ Het oude kasteel heeft vele aanbouwen. aanbouw - Werkwoord 1. (in een...
Vastgoedmanagement
Willem G. Keeris (2018-2019)
Aanbouw
Aanbouw is de algemeen gehanteerde, niet gespecificeerde benaming voor een buiten de hoofdmassa van een vastgoedobject uitstekend gedeelte daarvan, dat gekenmerkt wordt door de eraan gegeven (eigen) functionele bestemming en het gesitueerd zijn vanaf de begane grond, met een lagere bouwhoogte dan het overige gedeelte van het betreffende object, zod...
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
aanbouw
aanbouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan-bouw 1. het ergens iets aanbouwen ♢ de aanbouw vordert goed 1. in aanbouw zijn [er wordt aan gebouwd] 2. gedeelte...
Bouw- en Vastgoedlexicon
Hendrik Leurs (2015)
Aanbouw
Het begin en de voorzetting van een bouwwerk. Ook wel een gedeelte dat tegen een ander gebouw aangezet wordt en hiervan structureel los staat vanwege zijn functie of latere toevoeging.
Germanismen in het Nederlands
Dr. S. Theissen (1978)
Aanbouw
Van Dale vermeldt 5 betekenissen van aanbouw: *1. het aanbouwen (huizen, schepen)...: 2.(krijgsw.) alg. ben. voor alle veranderingen van het natuurlijk terrein, door mensenhanden aangebracht: gebouwen, omheiningen...; 3.het bebouwen (bijv. van woeste grond); 4.het verbouwen (van gewassen).’ De vijfde betekenis ‘nieuw gedeelte, gebouwd...
Agrarisch Encyclopedie
Veerman (1954)
Aanbouw
Een gedeelte van een gebouw, dat tegen een bestaand gebouw en ter vergroting hiervan wordt aangebouwd. De a. kan in constructief verband met het bestaande worden opgetrokken of er als een afdak tegenaan worden gebouwd.
Gerelateerde zoekopdrachten