Voorouderschap is de verwantschap met vorige generaties eren. Goed voorouderschap betekent ook zo min mogelijk afwentelen op toekomstige generaties.
Een nakomeling vraagt zich af hoe zwart of hoe joods waren mijn voorouders? Was Ismaël mijn voorvader, vraagt een Islamiet in diaspora zich af. Wie waren mijn voorouders en welk verhaal hebben zij voor mij? Voorouders belichamen culturen, zoals een zwarte, joodse, Arabische, westerse, religieuze etc. Hebben zij zich ooit verzet? Een zoektocht door de generaties geeft verbondenheid en draagt bij aan identiteit. Gevoelens van herkenning, bevrijding, existentiële zekerheid en van emancipatie kunnen uit oude verhalen ontstaan.
Voorouderschap kan zich ook richten op toekomstige generaties. Grootmoeders die met hun kleinkinderen meelopen in demonstraties tegen klimaatverandering. Wij erven de aarde niet van onze grootouders, wij lenen de aarde aan onze kleinkinderen. Daarmee krijgt het behoud van onze planeet een generatie overstijgende betekenis. Dit goed voorouderschap is mede gebaseerd op ‘Wat jij niet wilt dat jou wordt aangedaan, doe dat ook je nakomelingen niet aan' (= Gulden Regel ) en overlapt het begrip rentmeesterschap.
Voor Maori-gemeenschappen in Nieuw-Zeeland is whakapapa, ‘afstamming’, de basis voor de kennis over schepping en ontwikkeling van alle dingen. Hun voorouderschap behelst een spirituele, mythische en cultureel-antropologische genealogie vanaf de ‘vroegste tijden’ tot en met de huidige tijd. In Japan plaatst het ritueel van de uitvaart de overledene tussen de voorouders. Deze vormen van voorouderschap en voorouderverering, soms met offeren blijkt een mondiaal fenomeen.
Soms beperkt voorouderschap zich tot DNA-onderzoek. Verregaande individualisering en de drang zoveel mogelijk te willen verklaren heeft deze DNA-genealogie vleugels gegeven. Naast dit individuele DNA-onderzoek naar voorouders ontstaan er in het Westen ook intergenerationele bewegingen die vooral op nalatenschap en de toekomst van de aarde zijn gericht.