Spelen is plezier beleven door beheerst handelingen te verrichten omwille van de handelingen. Spelen is tussen fantasie en werkelijkheid een context creëren waarin iemand zich een moment verliest en tegelijkertijd zich houdt aan de regels van het spel.
Koekhappen op Koningsdag is geen dom spel. Binnen het formele kader biedt het ogenblik van omkering frivoliteit. Op beheerste wijze wordt de hiërarchie omgedraaid en iedereen speelt mee. In dit spel binnen het grotere ritueel kan de koning zogenaamd verliezen. Het carnaval leent zich eveneens voor deze momenten van contra-intuitie.
Zo ook ter rechtszitting. Het schouwspel van de rechter die zich ambtelijk boos maakt waarop de verdachte zich onderdanig gedraagt en rouw betoont. Beiden spelen op serieuze wijze een komedie. Denk ook aan flirten, elkaar het hof maken en aan het voorspel. Het spel oprecht spelen, op niveau acteren, is eveneens van toepassing op de professionele oprechtheid van artsen, uitvaartondernemers en politici.
Dieren leren zich beheersen door te spelen. Ook zij maken gebruik van het speelse gebaar. Denk aan ravottende honden in de gestileerde aanvalshouding met doorgezakte voorpoten. Buitenissig happen zij naar elkaars oren of liggen opeens theatraal op hun rug.
Sporten krijgt religieuze trekken. Het samenzijn in het stadion, de identiteit van de club en zo meer. Het voetbalpubliek is niet meer gewoon zichzelf maar speelt diverse rollen. En omgekeerd, de hooligan die niet meer mag meespelen ervaart existentiële leegte.
De kunst van spelen komt een samenleving meer ten goede dan voortduren met elkaar in competentie verkeren. En het spel van de komediant is een beetje faken of vals spelen juist toegestaan.