• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Winkler Prins Studie

Nu beschikbaar op Ensie! Winkler Prins encyclopedie met afbeeldingen, illustraties, geluidsfragmenten en video's.

Bekijk direct!

Synoniem van spelen

  • dartelen
  • dollen
  • joelen
  • jolen
  • mallen
  • ravotten
  • robbedoezen
  • rollebollen
  • stoeien
  • vermaken
  • vermeien
  • verzetten
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • dobbelen
  • gebeuren
  • optreden
  • performen
  • Betekenis van spelen
  • Spreekwoorden met spelen
  • Spelling van spelen
  • spelen vervoegen
2019-10-24 2019-10-24
Groot Synoniemenwoordenboek

Groot Synoniemenwoordenboek

P.G.J. van Sterkenburg (1991)

spelen

spelen - zich met een spel bezighouden. Spelen met het damspel heet dammen, met het schaakspel schaken of schaakspelen. Met een bal balt men, met dobbelstenen dobbelt men, met kaarten kaart men; een formeel synoniem is kaartspelen. Enige tijd kaarten heet (in informele stijl) een kaartje leggen. Met betrekking tot omber, bridge, enzovoort gebruik je omberen, bridgen, enzovoort. Bij het scrabbelen vormt men woorden uit losse letters die op blokjes gedrukt staan. Voor dominoën of domino spelen is een dominospel nodig. Kinderen spelen verstoppertje: één kind moet de anderen, die zich hebben verstopt, weer terugvinden. Er wordt speels geworsteld door mensen die stoeien, ravotten of, in België, rotsen. Bij robbedoezen gaat het stoeien er wild aan toe; rollebollende mensen of kinderen rollen erbij over de grond.

2020-10-14 2020-10-14
Handwoordenboek synoniemen

Handwoordenboek synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Spelen

Door dobbelen (eigenlijk met dobbelsteenen werpen) verstaat men dikwijls zulk spelen, waarbij de inzet hoog is, en de uitkomst geheel van het toeval afhangt, terwijl bij spelen nog eenig werkzaam aandeel van het denkvermogen van den speler ondersteld wordt.

2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

spelen

spelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: spe-len

1. opvoeren of uitvoeren
♢ deze acteur speelt in een toneelstuk
2. er muziek mee maken
♢ zij speelt gitaar
1. in de maat spelen
[je goed aan de maat houden]
3. doen alsof je iemand anders bent
♢ Paul de Leeuw speelt Annie de Rooy
1. de baas spelen
[de baas zijn]
2. een rol spelen
[doen alsof je iemand anders bent]
4. plaatsvinden
♢ dat speelt in de vorige eeuw
5. met een spel bezig zijn
♢ ze spelen vadertje en moedertje
1. open kaart spelen
[precies zeggen wat je vindt]
2. spelen met je gezondheid
[je gezondheid in gevaar brengen]

Regelmatig werkwoord: spe-len
ik speel
jij/u speelt
hij/zij speelt
wij/zij/jullie spelen
ik/jij/u/hij/zij speelde
wij/zij/jullie speelden
hij heeft gespeeld
de/het/een gespeelde ....
spelend, spelende

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden