Verre toekomstgerichtheid geeft prioriteit aan het behoud van de mensheid in een verre toekomst, zelfs als dit op de korte termijn offers vereist. Dit concept verschilt principieel van het bredere begrip lange termijn denken.
Verre toekomstgerichtheid houdt rekening met het risico op wereldwijde catastrofes, zoals een inslag van een asteroïde of een nucleaire winter na een totale kernoorlog. Enkele voorstanders nemen al preventieve maatregelen, zoals het bouwen van bunkers, kopen van eilanden, of investeren in planetaire verblijfslocaties. Ze ondersteunen ook financieel ontwikkelingen zoals nanotechnologie en kunstmatige superintelligentie. In hun morele overwegingen wordt de potentiële welvaart van biljoenen toekomstige mensen afgewogen tegen de huidige collectieve welvaart. Hun kosmische benadering richt zich voornamelijk op het creëren van een gelukkige toekomst voor toekomstige generaties, in plaats van het verbeteren van het welzijn van de huidige mensen.
Lange termijn denken, daarentegen, richt zich op de huidige situatie en houdt rekening met de belangen van toekomstige generaties, inclusief natuur en milieu. Dit houdt in dat er aandacht is voor beïnvloedbare catastrofale ontwikkelingen zoals het antropoceen, ecocide en klimaatverandering. De morele overwegingen bij lange termijn denken omvatten:
• Solidariteit met toekomstige generaties, inclusief kleinkinderen en nakomelingen.
• Schadepreventie, oftewel de Gulden Regel: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook uw nageslacht niet aan.”
• Rekening houden met dieren, planten, natuur en milieu.
Beide termen, verre toekomstgerichtheid en lange termijn denken, verwijzen naar het idee dat wij met onze beslissingen rekening moeten houden met de impact ver voorbij het heden. Het grote verschil tussen de twee stromingen ligt in de morele overwegingen en het ongemak waarmee zij de huidige toestand van de wereld benaderen. Deze termen dienen dan ook niet door elkaar te worden gebruikt, omdat hun morele uitgangspunten principieel verschillen.