Humane Oorlogsvoering verwijst naar het gebruik van geavanceerde technologieën zoals killerdrones, onbemande onderzeeboten, intelligente robots en andere autonome wapensystemen met het doel om het aantal slachtoffers onder eigen troepen en burgers te verminderen.
De pogingen om oorlogsgeweld te humaniseren zijn niet nieuw. Het Rode Kruis en het oorlogsrecht, zoals de Geneefse Conventies, hebben historische wortels in het streven om het geweld van oorlog te beperken en de bescherming van burgers en krijgsgevangenen te waarborgen. Echter, in de praktijk blijven er ernstige vormen van inhumaan gedrag bestaan, zoals raketaanvallen op burgerdoelen, verkrachting als wapen, het achterlaten van plastic landmijnen, de inzet van kindsoldaten en de onthoofding van gevangenen. Deze praktijken ontvangen wereldwijd veel kritiek en aandacht.
De opkomst van autonome wapensystemen, zoals killerdrones, onbemande onderzeeboten en robothonden, wordt vaak gezien als een stap richting ‘schonere’ en ‘intelligentere’ oorlogsvoering. Deze technologieën kunnen op afstand worden aangestuurd en beloven minder directe risico’s voor eigen personeel en een verminderd aantal burgerdoden. Voorbeelden zijn autonoom opererende afweersystemen tegen raketten, en onbemande onderzeeboten die met artificiële intelligentie hun doelen vinden. Deze nieuwe wapensystemen kunnen echter ook bijdragen aan een asymmetrische oorlog tussen naties en groepen met en zonder toegang tot dergelijke technologieën.
De vraag of een conflict een ‘oorlog’ of een ‘anti-oproeroperatie’ is, en of de tegenstanders terroristen of verzetsstrijders zijn, maakt het begrip ‘oorlogsvoering’ ambigue. Termen zoals de ‘Global War on Terror’ hebben een politieke lading en illustreren hoe autonome wapensystemen ook worden ingezet in gebieden die niet officieel in oorlog zijn. Bovendien blijken deze wapensystemen, inclusief cyberaanvallen, ook in vredestijd effectief en kunnen ze de militarisering van sommige burgermaatschappijen bevorderen.
Het idee van humane oorlogsvoering is dan ook niet enkel een kwestie van militaire ethiek of recht; het beïnvloedt ook civiele samenlevingen die te maken kunnen krijgen met de gevolgen van dergelijke technologieën, zelfs in tijden van relatieve vrede.