Jannes H Mulder

Jannes H Mulder (2024)

Gepubliceerd op 22-09-2022

Haatcultuur

betekenis & definitie

Haatcultuur is een cultuur van haat die men koestert, aanwakkert en uiteindelijk cultiveert. Een haatcultuur kent spiralen van gewelddadigheid. Herkenning van bestaande gedragspatronen bieden sleutels tot verandering.

Fase 1 van een haatcultuur is eigen mensen insluiten en buitenstaanders uitsluiten. Haatdragers sluiten zich op basis van een ‘wij-gevoel’ aaneen. Onbehagen, onzekerheid en bezorgdheid over de toekomst spelen mee. De bron van haat ligt elders, bij de tegenstanders. Zij worden uitgesloten. De tegenstander is door ‘framing’ en vooringenomenheid ontmenselijkt en tot demon gemaakt (zwart=misdadig, wit=overheersing, homo=pedofiel, vrouw=feminist, jood=semiet). Een voedingsbodem voor haat zaaien ontstaat. Verbaal geweld en micro-agressie zijn het gevolg.

Fase 2 is een versterking van de interne cohesie. De nadruk ligt op eigen identiteit. Leden van de groep haatdragers beseffen dat hun ‘lidmaatschap’ hen tot uitverkorenen bestempelt maar dat zich ook aan een strakke interne groepsdiscipline en aan eigen politiek correctheid moeten onderwerpen. Als voorbeeld de celibataire vrouwenhaters op manosphere. Of het geweld van boeren of voetbalsupporters tegen pers en journalisten op basis van identitaire ontvlambaarheid.

Fase 3 is de verbreiding en maatschappelijke verankering van een haatcultuur. Cultuurstrijd en pseudowetenschappelijke onderbouwing (creationisme) zorgen voor extra cachet. Feiten worden op professionele wijze verdraaid en er wordt een mono-cultureel utopisch beeld geschetst.