Voor een atheïst bestaat er geen God. God en hogere machten zijn domweg niet mogelijk. Een agnost daarentegen weet niet of er zoiets als God bestaat. Dit verschil met de atheïst is principieel.
Het geloof van de atheïst zegt dat God en dergelijke niet mogelijk zijn. Dit heelal omvat alleen onpersoonlijke natuurkrachten en de mens moet zelf betekenis aan zijn leven geven. De atheïst met een belijdende levensbeschouwing verkondigt dat alleen de wetenschap tot waarheid leidt en dat zij die in een hogere macht geloven irrationeel zijn. De radicaal atheïst of godloochenaar is er rotsvast van overtuigd dat religies en godsdiensten puur bijgeloven zijn. De militant fundamentalistische atheïst probeert steeds anderen van zijn gelijk te overtuigen. Hij kent geen spiritualiteit en zijn bekeringsdrang is seculier gericht.
Een agnost weet niet of God bestaat. Of God bestaat, er eventueel hogere machten zijn, er iets is zijn voor de agnost niet te beantwoorden vragen. Het verschil met een atheïst is dus principieel.
Nergens in geloven en niet ergens in geloven, bestaan niet. Wat wij als samenleving kunnen doen is inzien dat de behoefte om ergens in te geloven universeel is.
