een vrij aanzienlijk en aangenaam gelegen Dorp, in het Friesche Kwartier Westergo, onder de uitgestrekte Grietenij Wonzeradeel, in welke het, onder de overige Dorpen, het vijfëntwintigste in rang is, en wel eenënzestig Stemmen uitbrengt. Tjerkwerd legt aan de Trekvaart, tusschen Bolswerd en Workum, ongeveer een half uur gaans van de eerstgenoemde Stad. De Kerk is zonder Toren.
De Leeraar, welke in dezelve den Predikdienst waarneemt, bedient ook het nabuurig Dorp Dedgum. Onder het Dorp behooren verscheiden kleine Buurten of Gehugten. Van ouds lagen hier verscheiden Adelijke Staten, zedert in gemeene boerewooningen veranderd. Eene derzelven, Hoitema-State genaamd, vertoont nog heden de kennelijke blijken van haaren alouden luister. Het Huis legt, naamelijk, beslooten binnen eene wijde Graft, over welke een steenen brug, of, zo als men ’t in Friesland noemt, een Pijp legt; boven welke een Poort staat, groot genoeg, bijkans, om voor eene Stadspoort te dienen. Langs eenen ruimen eiken Wenteltrap klimt men hier na een groot Bovenvertrek, van waar men, op de nabuurige Stad Bolswerd, een vermaaklijk uitzigt heeft. Volgens overlevering, zou deeze Poort zesduizend guldens gekost hebben. In eene der Kameren der aloude Heerenhuizinge, welke men, van wegen haare bouwvalligheid, in den Jaare 1779, meerendeels afgebroken en vertimmerd heeft, zag men, eertijds, twee fraai gewerkte houten deuren, welke den toegang gaven tot een ander Vertrek, in ’t welk een sierlijk Roomsch Altaar stondt. Men besluit hier uit, dat Jonkheer HOITEMA, ten dienste van zich zelven en zijner Huisgenooten, eenen Kappellaan zal gehouden hebben. Voorts gaf de geheele inrigting des gebouws eenen vermogenden eigenaar te kennen.