Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

SUNDERDORP

betekenis & definitie

een der vier Hoofddorpen van Waterland, hebbende een tamelijk uitgebreiden Ban, als strekkende, in zijne grootste lengte, van den Ban van het vermaarde Broek in Waterland af tot aan het Y of den Waterlandschen Dijk. In de breedte loopt de Ban van Landsmeer, ten Westen van Buiksloot, tot aan de Bannen van Ransdorp en Schellingwoude. De Ban van Sunderdorp staat, in de Lijst der Verpondingen, aangeschreeven voor zeshonderdvijfenzeventig Morgens en honderdachtënzestig Roeden Lands.

In het tijdverloop van honderd jaaren, te weeten, van den Jaare 1632 tot in den Jaare 1732, was het getal der Huizen, van honderdeenentwintig, tot honderdzesënzeventig aangegroeid, en daarenboven met acht Molens vermeerderd. Wat het Dorp Sunderdorp aangaat, het legt ongeveer een half uur gaans ten Noorden van Nieuwendam, rondom in vrugtbaare Weilanden. De Huizen staan, tegen de bouworde der meeste Waterlandsche Dorpen, hier en daar verspreid. De Kerk is een gebouw van de tegenwoordige Eeuwe. In den Jaare 1710 wierdt het voorgaande gestigt door blixemvuur aangestoken, en genoegzaam ten eenemaale in de assche geleid. De Toren bleef onbeschadigd. Het is een fraai en hoog gevaarte, pronkende met twee vierkante Transen of Omgangen en een sierlijken hoogen Spits. De Ingezeetenen hebben bijkans al hun bestaan van de Veefokkerij, en het slijten van Koemelk, welke zij dagelijks na Amsterdam voeren.

SUNNEMERE; zie SONNEMARE.

< >