Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Sandenburg

betekenis & definitie

SANDENBURG, eene Ridder Hofstad, in het Sticht van Utrecht, in het dus genaamde Over Kwartier van hetzelve, onder het Dorp Neder-Langenbroek, leenroerig aan de Domproostdij te Utrecht. Sandenburg, tegenwoordig een tamelijk deftig, hoewel ouderwetsch gebouw, liggende rondom in zijne Vijvers beslooten, wierdt, in den Jaare 1538, op den vijftienden Februarij, door de Edele Mogende Heeren Staaten ’s Lands van Utrecht, voor eene Ridderhofstad erkend.

De tijd der stigtinge is onbekend. Volgens het gemeene gevoelen zou het, misschien reeds vóór het einde der dertiende Eeuwe, door het Geslagt van VAN SANDE, gestigt zijn, en daar van zijnen naam ontleend hebben. Althans meent men, dat het Wapen, welk nog heden het Huis voert, eertijds dat van het gemelde Geslagt van VAN SANDE ZOU geweest zijn. Uit dit Geslagt ging Sandenburg over in dat van VAN ZYL, uit hetwelk wij, in den Jaare 1391, JAN VAN ZYL, of VAN DEN ZYL, als eigenaar genoemd vinden. Het Geslagt van DE RIDDER kwam naderhand in het bezit. HENDRIK DE RIDDER van Sandenburg hadt geene andere erfgenaamen, behalven eene dogter, ANTONIA DE RIDDER van Sandenburg, die in ’t huwelijk tradt met FLORIS VAN PALLAAS, en alzo de Hofstede in dat Geslagt overbragt.

Zij liet eenen Zoon naa, ADRIAAN VAN PALLAAS, welke, in de maand Maij des Jaars 1510, zijne Moeder opvolgde. Sedert vinden wij nog als bezitters genoemd FLORIS VAN PALLAAS en ADRIAAN VAN PALLAAS. De laatstgenoemde, geene kinderen naalaatende, stelde tot zijne erfgenaame zijne Zuster ELIZABETH VAN PALLAAS, gehuwd aan DIRK BORRE VAN AMERONGEN, wiens Zoon, WILLEM BORRE VAN AMERONGEN, in de maand October des Jaars 1583, met Sandenburg beleend wierdt. Sints dien tijd bleef de Hofstede in dit hoogadelijk Geslagt, geduurende een groot gedeelte van de eerste helft der tegenwoordige Eeuwe. KOENRAAD TRAJECTINUS BORRE VAN AMERONGEN, het laatste Mansoir van het aanzienlijk Geslagt, in den Jaare 1710, overleeden zijnde, hadt tot erfgenaame zijne Zuster ELEONORA SOPHIA BORRE VAN AMERONGEN, die, in de maand Julij des Jaars 1711, met de Hofstede wierdt beleend. Naa haaren dood is Sandenburg in andere handen geraakt. De laatste beleening daar van, ons bekend, is geschied in den Jaare 1766, ten behoeve van den Heere MATTHIAS JAN SINGENDONCK.Geene andere eigenaars, dan uit het Geslagt van AMERONGEN, zijn, wegens Sandenburg, beschreeven geweest in het Lid der Heeren Edelen van het Gewest. De eerste was WILLEM BORRE VAN AMERONGEN, beschreeven den tweeëntwintigsten Januarij des Jaars 1606, overleeden den eenentwintigsten Januarij des Jaars 1640. Hem volgde KOENRAAD BORRE VAN AMERONGEN, op den zestienden Februarij des Jaars 1642. Hij deedt vrijwilligen afstand van het regt van verschrijvinge, en nam afscheid van de Vergaderinge der Ridderschap, op den zevenëntwintigsten October des Jaars 1669; wordende, op dien zelfden dag, de ledige plaats vervuld door zijnen Zoon en Opvolger DIRK BORRE VAN AMERONGEN, die overleedt op den zevenden April des Jaars 1703, naalaatende eenen Zoon, boven reeds genoemd, KOENRAAD TRAJECTINUS BORRE VAN AMERONGEN. Hij nam zitting onder de Ridderschap, op den veertienden November des Jaars 1709, doch bekleedde slegts korten tijd deeze waardigheid; hij overleedt op den tienden Maart van het volgende jaar.

Zie Utrechtsch Placaatboek.

< >