Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

ADRIAAN

betekenis & definitie

Opvolger van den Roomschen Keizer Trajaan, bediende zig van de Batavische Ruiterij, onder de Romeinsche Legers en deed zig van dezelve, op zijne togten in ‘t Oosten, verzeilen. Men heeft aangetekend, dat Keizer Adriaan, in ‘t 120 Jaar onzer tijdrekeninge, omtrent den Donau, aan zijne bijhebbende Batavische Ruiterbenden beval, die Rivier gewapend en te paard over te zwemmen; dit werd met zulk een vaardigheid verrigt, dat de woeste bewooners van die gewesten ’er verbaasd over stonden.

Van een Batavier SORANUS, die in deezen tijd leefde, wordt getuigt, dat hij zo behendig met den boog wist om te gaan, dat hij een pijl, eerst door hem opgeschoten, in ‘t nederdaalen met een anderen zodanig wist te treffen, dat dezelve aan tweën brak; waar over de Keizer zig zo zeer verwonderde, dat op zijn bevel, de behendigheid van SORANUS in een omstandig Grafschrift bewaard is. Volgens de meeste waarschijnlijkheid heeft deeze Adriaan, in zijne togten naar Germanien, zig eenigen tijd in ‘t Eiland der Batavieren opgehouden. En dewijl aldaar de Koophandel merkelijk in bloei was, is ’t ook niet ongegrond te denken, dat hij, ter begunstiginge van dien, in dit Eiland, eene ruime markt gesticht heeft. Want in de oude Reiskaarten vind men eene Markt van Adrianus, (Forum Adriani) welke markt of plaats niet verre gesteld wordt van het tegenwoordige Dorp Voorburg bij Leyden. Zie het kaartje, geplaatst in van Leeuwen, Beschrijv. van Leyden, bl. 9. en de Beschrijv. bl. 349.

Vaderl. Hist. I. Deel, bl. 190 en 191.

< >