Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Ried

betekenis & definitie

RIED, een Dorp in Friesland, onder ’t Kwartier van Westergo, in de Grietenij Franekeradeel. Het ontleent zijnen naam van een Water, ’t welk, ter Noordzijde van dit Dorp, na het nabuurig Berlikum loopt. ’Er staan slegts eenige weinige huizen.

De Predikant, welke hier zijne wooning heeft, verrigt ook den dienst in de twee naastgelegene Dorpjes Bour en Dongjum. Van de Staten, eertijds hier om en bij gelegen, is Andla-State alleen over gebleeven; doch heeft haare oude gedaante al voor lang verlooren. Het is thans eene aanzienlijke Boerderij met eene fraaie Heerenhuizing, zints geruimen tijd de eigendom van het deftig Burger-Geslagt FONTEIN, te Harlingen. De stigter deezer State, GODEFRIDUS ANDLA, was eerst Pastoor te Ried, daar naa Abt van het Klooster Lidlum, en hadt veel deels in de twisten tusschen de Schieringers en Vetkopers, van welke hij de laatstgenoemden was toegedaan. In ’t einde van zijn leeven verliet hij de Abtdij, en wierdt Pastoor te Berlikum.

< >