Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Petronelle

betekenis & definitie

PETRONELLE, dogter des Hertogs van Saxen, halve Zuster van Hertog LOTHARIUS, die naderhand met de Keizerlijke waardigheid bekleed wierdt, was de Echtgenoote van FLORIS DEN II, Graave van Holland, niet lang naa het beging der Twaalfde Eeuwe. In den Jaare 1122 bleef zij Weduwe zitten, met drie Zoonen: DIRK, FLORIS en SIMON, en eene dogter, HADEWIG genaamd.

Haar oudste Zoon, bij ’t overlijden van haaren Gemaal, nog te jong zijnde om het Graaflijk bewind te aanvaarden, nam zij hetzelve waar, geduurende deszelfs minderjaarigheid. Zij was eene Vrouw van mannelijken moed: van hier, dat zij, in den twist tusschen haaren broeder LOTHARIUS, Hertog van Saxen, en Keizer HENRIK DEN V, de zijde des eersten met zo veel ijvers koos, dat zij den Keizer noodzaakte, met een Leger in Holland te vallen, en door geweld van wapenen haar naar zijne hand te zetten, door het Leen van Holland van het Rijk te verheffen, en alzo zich daar van afhanklijk te erkennen. Om de magt en het gezag van haaren Zoone te vermeerderen, verworf zij op haaren broeder, naa deszelfs verheffing op den Keizerlijken troon, dat de Graafschappen Oostergo en Westergo met de Graaflijkheid van Holland vereenigd wierden. Het Graafschap van Vlaanderen, in den Jaare 1127, door het kinderloos overlijden van Graave KAREL DEN GOEDEN, zijnde opengevallen, stelde zich Vrouwe PETRONELLE onder de mededingers na de opvolging. Verzeld van haaren Zoon en een aanzienlijk gevolg, reisde zij, in den aanvang des Jaars 1127, na Brugge. Geene middelen liet zij onbeproefd, en spilde zeer veel gelds, om de gunst der Vlaamsche Heeren te winnen. Nogthans slaagde zij niet in haar ontwerp; onverrigter zaake keerde zij, eerlang, met haaren Zoon te rug. De twist, omtrent het Jaar 1131, ontstaan, tusschen haaren oudsten en tweeden Zoon, wierdt, meent men, kunstiglijk door Vrouw PETRONELLE gevoed, om geduurende denzelven 't Graaflijk bewind in handen te houden, 't welk zij zo lang mogelijk zogt te rekken. Nogthans moest zij hetzelve, naa verloop van tijd, uit de hand geeven. Zedert schijnt zij haar voornaam verblijf gehouden te hebben in het Klooster van Rhijnsberg, 't welk door haar gestigt, of, volgens anderen, merkelijk verbeterd en begiftigd was. Vrouw PETRONELLE overleedt aldaar, in den Jaare 1144, en wierdt ’er insgelijks begraaven.

< >