Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Oldenseel

betekenis & definitie

OLDENSEEL, voor deezen een fraai Steedtje in de Nederlanden, nog tegenwoordig de hoofdplaats van het Drostampt Twenthe, in de Provincie van Overijssel, niet verre van de grenzen van het Graafschap Benthem. Oldenseel, of, gelijk zommigen schrijven, Oldensaal, zou zijnen naam ontleend hebben van de aloude Saliërs, die hier hunne woonplaats plagten te hebben. Gewisselijk is deeze Plaats van hooge oudheid, indien 't waarheid zij, dat BOUDEWYN DE I, Vrijheer van Kleef, dezelve van Keizer LODEWYK DEN GODVRUGTIGEN ten geschenke ontvangen hebbende, in den Jaare 817 haar met Vestingwerken heeft voorzien. Prins MAURITS maakte 'er zich meester van, in den Jaare 1597. De Markgraaf VAN SPINOLA, in den Jaare 1605, dezelve voor de Spanjaards bemagtigd hebbende, bleef zij in die handen tot in den Jaare 1626, wanneer Graaf ERNST KASIMIR VAN NASSAU de Plaats innam, en, op hoogen last der Staaten, de Vestingwerken slegtte.

< >