Het Huis te [/i]LEEUWEN, weleer een oudadelijk gestigt, in Rhijnland, onder de Heerlijkheid Alphen. Het was reeds bekend in den Jaare 1450 , als wanneer WILLEM VAN LEEUWEN, GERRITSZOON, hetzelve, uit zijne eigen goederen, opdroeg aan het Geslagt der WASSENAAREN ; van welke, als Pluimgraaven, hij het wederom als een Onsterflijk Leen ontving, met zeven Morgens Lands en twee paaren Zwaanen met derzelver jongen, te houden in den Rhijn. Daarenboven moest hij verheergewaaden, tusschen Zwammerdam en Leiden, met een rooden Sperwer en een Stoop wijs.
Een zwaare brand leide, in den Jaare 1619, het Huis in de assche; uit welke het, egter, nog in dat zelfde jaar verrees.Zie VAN LEEUWEN, Bat. Ill. en PLEMPER, Beschrijv. van Leiden.
LEEUWEN, SIMON VAN
SIMON VAN LEEUWEN, de kundige onderzoeker der Nederlandsche Oudheden, zo dikmaals reeds door ons aangehaald, wierdt gebooren te Leiden, in den Jaare 1626. Naa eene vlijtige beoeffening der Vaderlandsche Regten, die hem den trap van het Meesterschap deedt beklimmen, wierdt hij Veertig in den Raad zijner Geboortestad. In ’t einde zijns leevens bekwam hij den post van Onder-Griffier van den Hoogen Raad, in ’s Hage, en eindigde aldaar zijne dagen, in het zesenvijttigile jaar zijns ouderdoms. Een man van onvermoeide werkzaamheid en uitgebreide kennisse was de Heer VAN LEEUWEN. Zijne regtsgeleerde oeffeningen bragten hem op den weg ter naaspooringe der aloude Regtsgeleerdheid. De vrugt hier van was, eene Verzameling van oude Schrijvers, aanwijzing doende van den oorsprong en voortgang van het Romeinsche regt. Zedert gaf hij zich voornaamelijk over aan het onderzoek der Vaderlandsche Oudheden. De vrugten van deezen Letterarbeid waren, zijn Batavia Illustrata, of Opgehelderd Batavia; Roomsch-Hollandsch Regt, behelzende een onderzoek, in hoe verre de Hollandsche Regten, in bijzondere gevallen, met het Romeinsche Regt overeenkoomen; Keuren en Ordonnantiën van Rhijnland, nevens de wijze van pleiten, aldaar gebruikelijk. Ter gelegenheid der uitgave van eenen Platten Grond van Leiden, deedt men aan hem het verzoek, om eene korte Beschrijving der Stad daar nevens te voegen. Onder de hand dijde dezelve uit tot een geheel Boek. Ten tijde van zijn overlijden, laadt de Heer VAN LEEUWEN onder handen zijn groot Werk over den Oorsprong, Voortgang Zeden, Staat en Godsdienst van ’t aloud Batavia; als mede van den Adel en de Regeering van Holland. ’s Mans arbeid over deeze gewigtige onderwerpen is zedert door den druk in ’t licht gekoomen.
Zie SUIKER.
