Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HAMER, HENRIK

betekenis & definitie

HENDRIK HAMER, ZOON VAN ABRAHAM HAMER, BURGEMEester en Raad der Stad Hanau, naa verscheiden Hoogeschoolen bezogt te hebben, kwam, eindelijk, te Leiden, en hieldt ’er, onder voorzitting van den vermaarden Hoogleeraar POLYANDER, EENE TWistrede over de Schepping. Op den 23 November des Jaars 1620, wierdt hij, door de Walsche Sijnode, tot den Predikdienst bekwaam verklaard, en bekwam, in ’t volgende jaar, het beroep te ’s Graavendeel, bij Dordrecht. In den Jaare 1653, te Manheim, beroepen zijnde, en bijkans op zijn vertrek staande, overleedt hij, in den ouderdom van 59 jaaren, nalaatende, bij zijne Huisvrouwe, ELIZABRTH IN DER SCHMITTEN, VAN Hanau, negen Kinderen. Een van deeze was, PETRUS HAMER.

HAMER, PETRUS

PETRUS HAMER, TEN TIjde van ’t overlijden zijner ouderen, naauwlijks zeven jaaren oud. Zijn ouder broeder en zusters, iets goeds in hem bespeurende, namen hem onder hunne bescherming, en bezorgden hem een heilzaam onderwijs in de geleerde taalen en andere nutte kundigheden. Op zijn zestiende jaar vertrok hij na de Hoogeschoole te Leiden. Hier genoot hij het onderwijs, in ’t Grieksch, van J, F. GRONOVIUS, IN ’T Hebreeuwsch van A. HULSIUS, IN DE Wiskunde en Wijsbegeerste van SCHACHT EN RAEY, IN DE Godgeleerdheid van HOORNBEEK EN HEIDANUS, DOCH vooral van den vermaarden JOANNES COCCEJUS. ONDER Deezen hieldt hij, in den Jaare 1669, eene openbaare Twistrede, over den oorsprong van het Goede, en wierdt, nog in het zelfde jaar, onder de Klassis van Leiden, tot den Predikdienst bekwaam verklaard.

Genegen om ook in de Fransche taale het predikwerk te kunnen verrigten, begaf hij zich, in April des volgenden jaars, na Frankrijk, ter verdere beoeffeninge der Fransche taale. Eerst onthieldt hij zich, eenigen tijd, te Nantes, en vertrok van daar na Parijs, onder andere, om aldaar de Lessen der Leeraaren van de Sorbonne te kunnen bijwoonen. Zo diep drong hij hier, bij verscheiden dier Leeraaren, in gunste, dat hij, door hunne bewerking, den toegang kreeg tot de vermaardste Boekerijen. Vader REMY LEIDDE hem in tot de Boekverzameling van St. Germain; Vader QUESNEL IN DIE van den vermaarden Historieschrijver THUANUS ; DOOR behulp van Vader GOSSART STONDT de Boekschat der Jesuiten, en door voorspraak van den Leeraar CHEVILLIERS, DIE VAn de Sorbonne voor hem open. Zelf vondt hij gelegenheid om in de Boekverzameling der Vaders Franciskaanen, ten zijnen nutte, aantekeningen te maaken.

Langer hadde HAMERS VERBLIJf in Frankrijk geduurd, zo niet het gerugt van aanstaanden Oorlog, tusschen dat Rijk en de Nederlanden, het hem geraaden hadt doen vinden, de wederreize aan te neemen. Niet lang naa zijne wederkomst, in November des Jaars 1672, wierdt hij beroepen te Numansdorp, in het Baljuwschap van Strijen. Met veel ijver nam hij hier zijne bediening waar, tot in het begin des Jaars 1716, wanneer hij zijn arbeidzaam leeven afleide, aan de gevolgen eens ongemaks in zijne Zijde, in den ouderdom van ruim 69 jaaren. In zijn huwelijk met HELENA VAN TIEL, DOGTER van ADAM VAN TIEL, KOOPMAn en Burgerkapitein te Dordrecht, hadt hij verwekt vijf Zoonen en vier Dogters. In den Jaare 1709 hadt hij zijnen oudsten Zoon bevestigd in den predikdienst in den Nieuwerhorn, bij den Briel. Drie dagen voor zijnen dood bekwam hij nog de tijding van het beroepen van zijnen derden Zoone te Kruinigen, in Zuidbeveland. Tusschen de Jaaren 1674 en 1712 heeft hij eene menigte kleiner en grooter Werken door den druk gemeen gemaakt, meestal Twistschriften, ingerigt tegen den Bisschop BOSSUET, BRINKS, BEKKER, DEURHOF EN ANDEren, alsmede nog verscheiden kleine Verhandelingen.

< >