kortheidshalven Gieteren, een groot en volkrijk Dorp in Overijssel, onder het Kwartier van Vollenhove, anderhalf uur gaans van Blokzijl. De Inwoonders aldaar hebben hun voornaamste bestaan van de Veenen.
De Griften en Slooten, door welke de daar bewerkte Turf word aangevoerd, doorsnijden het Dorp aan verscheidene plaatzen, en loopen Westwaarts aan, daar zij samen vloeien in een klein Meir, het Gietersche Meir genaamd; van daar word de Turf verder door de Sluizen van Blokzijl Zuidwaarts gevoerd. Uit dit Meir loopt insgelijks een Kanaal naar de Zwarte Sluis, alwaar het met het Zwarte Water zig vereenigt, het welk de Arenbergsche Grift genaamd word. In dit Dorp, dat zig zeer verre in de lengte uitstrekt, en in de Noord-en Zuidzijde onderscheiden word, woonen zeer veele Doopsgezinden, die aldaar twee Kerken hebben, en door zes Leeraaren bediend worden.BACHIENNE, B. bl. 116.