Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

TURF

betekenis & definitie

eene zeer bekende brandstoffe in de Veréénigde Provincien, doch in andere Gewesten zo ongemeen, dat men eertijds dezelve, in de Kunstverzamelingen der liefhebbers, onder de natuurlijke zeldzaamheden plagt te bewaaren. Alle de Veréénigde Provincien, uitgenomen Zeeland, leveren deeze nutte en aangenaame brandstoffe uit.

Volgens zommigenmheeft men zes soorten van Turf; andere, en de meesten, telden niet meer dan drie soorten: de eigenlijke Turf, de Baggelaar, en de Sponturf. De eerste soort is die vooze en ligte stoffe, welke van den bovenkorst der hooge landen wordt afgestoken, en geene andere bewerking ondergaat, dan dat men dezelve behoorlijk laat droogen, om vervolgens, ten gebruike, verzonden te worden. Meer of minder zwaar is deeze Turf, de eerste bruin of zwartagtig, de andere geel van kleur. Van de laatste bedient men zich veelal in de Kalkbranderijen, van de eerste in de Ververijen, Steenbakkerijen, Brouwerijen en verscheiden andere Trafijken en Fabrijken.

De Baggelaar ontleent zijnen naam van de wijze, op welke dezelve uit de diepte onder het water wordt opgehaald. Men bedient zich daar toe van zekere Netten, aan een langen stok vastgemaakt, Baggernetten genaamd. De Werklieden, die dezelve behandelen, draagen den naam van Baggerluiden. Deeze, de Turf- of Veenstoffe uit de diepte opvisschende, storten de Baggernerten uit in een Schuit of Praam, tot dat dezelve behoorlijk gelaaden is. Deezen natten last ontlaaden zij, door middel van Kruiwagens, op een droog veld, over ‘t welk zij de stoffe uitspreiden, tot zulk eene dikte, dat zij gedroogd en getreeden zijnde, naa de bezakking, de dikte behoudt van eenen Turf, die op zijn eind staat. Dus eenige dagen om te droogen en te bezakken gelegen, en genoegzaame vastigheid ter verdere bewerkinge gekreegen hebbende, wordt de stoffe getreeden, waar toe men zich van Vrouwspersonen bedient. Met vierkante plankjes, Treeborden genoemd, onder de voeten vastgemaakt, gaan zij, al trappelende, zijlings uit; ’t welk zij eenige reizen herhaalen, tot dat de Veenstoffe de noodige vastheid heeft bekoomen.

Vervolgens deezen dus getreeden grond eenige dagen hebbende laaten droogen, vervoegen zich, van nieuws, de Vrouwlieden, wederom met plankjes onder de voeten, op de stoffe, om, doormiddel van scherpe en breede ijzers, Graaven genaamd, de geheele oppervlakte des Turfvelds, van het eene einde tot het andere, in smalle riemen, ter breedte der dikte van eenen Turf, tot op den grond van ‘t veld, door te steeken. Deeze bewerking noemt men Riemen, om dat de oppervlakte zich als in lange Riemen gesneeden voordoet. Thans laat men de stoffe wederom eenigen tijd droogen: waar naa de Vrouwspersoonen dezelve stikken; dat wil zeggen, insgelijks door middel van soortgelijke Graaven, de gemelde Riemen overdwars doorsteeken; zo dat het veld in vierkante Ruiten verdeeld is, en de Turf nu, overeinde staande, haare gedaante heeft bekoomen.

Thans laat men haar zo lang droogen, tot dat zij, door de Turfmaaksters, kan worden opgebroken. Zij neemen naamelijk twee rijen staande Turven op, en leggen ze plat op de twee naast staande rijen neder. Dit geschiedt over ‘t geheele veld, zo dat ’er telkens een smal pad, tot eenen doorgang, overblijft. De bovenleggende Turf, eenigzins gedroogd zijnde, wordt in de gemelde paadtjes onder geleid; en men plaatse ’er de onderste, die nog op haar einde stondt, boven op. Vervolgens nu en dan eens gekeerd en luchtig aan rijen wat hooger opgestapeld zijnde, wordt de Turf aan groote ronde, of ook wel aan langwerpige Vierkanten op het veld geleid, en met riet gedekt, om naderhand in groote Turfschuuren opgeslagen, en van daar door het gantsche land verzonden te worden.

Bijkans de zelfde behandeling ondergaat de derde soort, of de Sponturf, uitgezonderd dat dezelve in vierkante Bakken gekneed en bearbeid wordt, voor dat men de Veenstoffe over de velden uitspreidt. Ter voorkoominge van schaarsheid deezer aangenaame en nutte brandstoffe, is, van wegen 's Lands Staaten, het verzenden der Turf na andere landen, zonder uitdrukkelijk verlof der Admiraliteiten, verbooden.

Zie Tegenwoordige Staat der Veréénigde Nederlanden, Deel IV.

< >