Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

BILDT of ’t Bilt

betekenis & definitie

de negende en laatste Grietenij in het kwartier van Westergo. Eer de nieuwe Friesche Landen aangeslaagen, en terwijl de Stad Uitgong of Uitgang, nu Berlicum, Minnertsga, Furdgum, en meer andere plaatsen, nog aan de Zee gelegen waren, was dit Bildt onbekend, en de ondergevloeide landen bevaarbaar. Maar als de Zee naderhand te rugge keerde, is, omtrent de regeering van de Hertogen van Saxen, de hoogte des Lands eerst zichtbaar geworden: waarom dan ook, bij de komste van den Hertog GEORG, zijne Raaden hem inbliezen, deeze Biltsche Landen, van Zee tot Land geworden, te doen meeten en verpachten; dit meent men in de maand Augustus van het Jaar 1500 geschied te zijn.

Gemelde Hertog trok het Bildt tot zig, wordende hetzelve bij meetinge groot bevonden 2200 morgen; doch dit alles geschiedde zonder toestemming der gemagtigden van Oostergoo en Westergoo. De naastbelenden, zo Kerklijken als Waereldlijken, stelde hij te vreden; eensdeels met hun eenig geld te geeven voor eens, en anderdeels met hun jaarlijkse inkomsten te betaalen. Echter waren ’er, die hun recht behouden wilden. De Hertog verpachtte naderhand het Bildt aan vier Hollanders, die van ieder morgen, tien Jaaren lang, alle Jaaren een kroon zouden betaalen, onder voorwaarde van het Land te moeten bedijken, ook zijlen en sloten op hunne eigen kosten maaken; ontvangende daarvoor van den Hertog, in eens, zeven duizend goudguldens. Doch de Pachters werden bij dit accoord arm. De bedijking geschiedde in het Jaar 1504, en het land werd kort daarna ongemeen vruchtbaar.

Voortijds was dit Bildt afgezonderd van Friesland, ter onderscheidinge het oude Land genoemd; doch in de Spaansche beroerten werd het daarmede vereenigd. In het Jaar 1624 bestond het in drie Parochiën: die van St. Jacob, St. Anna en Onze L. Vrouw, ieder even groot van morgentalen, buiten de treffelijke Buurt de Oude Zijl, daar veel visch gevangen werd. Deeze Grietenij heeft ten Noordoosten die van Ferwerderadeel; ten Zuid-Oosten Leeuwaarderadeel; ten Zuiden Menaldumadeel; ten Zuid Westen Barradeel; ten Noorden en Noord-Westen de Zee, waarvan dit gedeelte, inzonderheid het Nieuwe Bildt, in ‘t Jaar 1610 bedijkt, kort daarna groote schade geleden heeft.

Dit Nieuwe Bildt is groot 6000 Morgens. WINSEMIUS stelt ieder der gemelde Parochiën op 1800 morgen, dus zamen 5400 Morgens. Als de laatste Grietenij van Westergoo, heeft dezelve, in dat Kwartier, de laatste stem en zitplaats. Wij voegen hierbij, dat ’er, in het Jaar 1715, aan het eerste Nieuwe Bildt, een nieuwe bedijking van aanwas, of schorren groenland, de Pollen genaamd, groot 600 morgen, geschied is, onder het Heemraad- en Grietmanschap van Jr. ADAM ERNST VAN HAREN; welke bedijking door de vruchtbaarheid des land, rijkelijk de kosten en arbeid beloond heeft: en eindelijk de laatste in het jaar 1754.

Het wapen van ‘t Bildt, is drie witte liggende Hoornen van overvloed, op een blaauw Veld, waaruit Koornaaren schieten; zijnde een zinnebeeld van het blaauwe der Zee, en van de vruchtbaarheid der aangedijkte landen, bijzonderlijk in graanen, waarmede Jaar op Jaar de landen als opgehoopt staan. De wooning van den Grietman ligt in St. Anna Parochie, zijnde een fraai huis met schoone plantaadjen.

Zie WINSEMIUS en SCHOTANUS.

< >