afkomstig uit bovengemelde Stede. Van zijne voorzaaten vindt men gemeld OTGER of OGIER VAN BEVERWIJK, Ridder van het Heilige Graf, Raad en Hofmeester van Graaf JAN VAN EGMOND, Stadhouder van Holland, en, volgens huwelijksche voorwaarde, te Dordrecht op ‘t Stadhuis geboekt, gehuwd met AAGTE SCHAART, Heer KORSTIAANS Dochter, in ‘t Jaar 1404 Schepen te Dordrecht. Hij, waarvan wij hier melding maaken, was de oudste Zoon van BARTHOLOMEUS VAN BEVERWIJK en MARIA BOOT VAN WEZEL.
Uit dit zelfde geslacht is mede afkomstig JOHAN VAN BEVERWIJK, Doctor in de Wijsbgeerte en Geneeskunst, in zijne geboortestad Dordrecht, geboren den 17den November 1594, gehuwd met ANNA VAN DUVERDEN, Dochter van CORNELIS VAN DUVERDEN, Schepen der Stad Utrecht en Schout van Amersfoort. In het Jaar 1624 hertrouwde hij met ELISABETH, Dochter van WILLEM BAKKER, Schepen te Zierikzee, waarbij hij agt kinderen verwekte.BEVERWIJK bekleedde te Dordrecht de aanzienlijkste waardigheden, en werd ’er, in 1629, Schepen, in 1631 één der veertigen, en wegens die Stad, meer dan eens, ter dagvaart der Heeren Staaten van Holland afgevaardigd. Hij overleed den 19den Januarij 1647.
Eenen onsterfelijken naam heeft hij zig door zijne schriften gemaakt; alom is zijn Schat der Gezondheid en Ongezondheid bekend; als ook zijne Uitmuntendheid der Vrouwen, zijne Heelkunst, en Heelkunstige Aanmerkingen; zijne Wederlegging van Montaigne; zijne Brieven, en Beschrijving van Dordrecht, onder den tijtel ‘t Begin van Holland in Dordrecht, aldaar in 1640 in 4to gedrukt; welk werk, echter, door de uitvoeriger beschrijving van die Stad, door BALEN, veel van zijne waarde verlooren heeft. Het Geslachtsregister van Beverwijk vindt men bij den gemelden BALEN, bl. 979-984.
