zo even genoemd, is eene Heerlijkheid in Rhijnland, ten Zuiden den Rhijn, en ten Westen Hazardswoude. Het Dorp van dien naam ligt 3293 Roeden van Leiden, 1403 van het gemelde Hazardswoude, en 1293 Roeden van de Kerk van Zoetermeer en Zegwaart.
Van het Jaar 1632 tot 1732, is het getal der huizen zeven-en-dertig verminderd; bedraagende dezelve, in ‘t laatstgemelde Jaar, slegts drie-en-zestig. Ook heeft dit Ambacht, door het uitveenen, veel van de voorige grootte verlooren, waardoor de huizen, die ’er nog staan, merkelijk vervallen zijn.
Het heeft, echter, nog zijne eigen Kerk, die door een Predikant, welke onder de Klassis van Rhijnland behoort, bediend wordt. De Heerlijkheid behoort thans aan de Stad Rotterdam. In de Handvesten van Rhijnland, bl. 223-226, vindt men het Pleidooi en de uitspraak, ten voordeele van de Stad Gouda, aangaande het Verlaat, dat, volgens de uitspraak, in het Jaar 1503 gedaan, moest vernietigd, en een Dam, met een windas, in de plaats gelegd worden, om kleine Schepen te kunnen overhaalen.