- zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (spreekwoord)
- zoals het reilt en zeilt (spreekwoord)
- zoete broodjes bakken (spreekwoord)
- zolang er leven is, is er hoop (spreekwoord)
- zonder (te) blikken of (te) blozen (spreekwoord)
- zonder geluk vaart niemand wel (spreekwoord)
- zonder helers geen stelers (spreekwoord)
- zonder slag of stoot (spreekwoord)
- zool. (afkorting)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (spreekwoord)
- zuinig kijken (spreekwoord)
- zuinigheid die de wijsheid bedriegt (spreekwoord)
- zuinigheid met vlijt, bouwt huizen als kastelen (spreekwoord)
- zuur opbreken (spreekwoord)
- zuw. (afkorting)
- zv (afkorting)
- zvo (afkorting)
- zvpl (afkorting)
- zw (afkorting)
- zw. (afkorting)
- zw. bew. (afkorting)
- zw.bew. (afkorting)
- zwaar op de hand zijn (spreekwoord)
- zwaar op de maag liggen (spreekwoord)
- zwijgen als het graf (spreekwoord)
- zwijgen in alle talen (spreekwoord)
- zzp (afkorting)
- £ (afkorting)
- £ S (afkorting)
- £. (afkorting)
- §. (afkorting)
- © (afkorting)
- «Aap! wat heb je mooie jongen» spelen (spreekwoord)
- °C. (afkorting)
- °K. (afkorting)
- £ (afkorting)
- Å (afkorting)
- Éne bij is beter dan een handvol vliegen (spreekwoord)
- Éne brandaar kan de beste schoof bederven (spreekwoord)
- Één lijn trekken (spreekwoord)
- Éénzelvig zijn (spreekwoord)
- Ô. (afkorting)
- Ö (afkorting)
- ÖS (afkorting)
- Übs. (afkorting)
- à l/o (afkorting)
- à m/c (afkorting)
- à m/o (afkorting)
- à m/o. (afkorting)
- à n./c. (afkorting)
- à s/o (afkorting)
- à vjc (afkorting)
- écon. (afkorting)
- écon. pol. (afkorting)
- één bonte kraai maakt nog geen winter (spreekwoord)
- één gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden (spreekwoord)
- één rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (spreekwoord)
- één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (spreekwoord)
- één zwaluw maakt de lente niet (spreekwoord)
- één zwaluw maakt nog geen zomer (spreekwoord)
- êén (of dezelfde) lijn trekken (spreekwoord)
- ü.d.M. (afkorting)
- ƒ. (afkorting)
- ‘. . . as’er slechts wat roock uitvlieght (spreekwoord)
- ‘Aap, wat heb je mooie jongen’ spelen (spreekwoord)
- ‘Ach, broeder, ’k zie u weder, Dat lenigt mijn verdriet’ (spreekwoord)
- ‘Alle beginselen zijn zwaar’, zei de dief en hij begon met het stelen van een aambeeld (spreekwoord)
- ‘Als het maar waar is’, zingen ze in de jodenkerk (spreekwoord)
- ‘Boeh!’ noch ‘Bah!’ zeggen (spreekwoord)
- ‘Dat nooit’, zei van Speyk, ‘dan liever de lucht in’ (spreekwoord)
- ‘Dat valt mee’, riep de bootsman van kapitein Pulver, toen hij met de gangtrap in zee rolde (spreekwoord)
- ‘De houten lepel’ (spreekwoord)
- ‘Hoe mi nu te moede is? (spreekwoord)
- ‘Ik kan niet’, zegt de trage, en daarom kan hij niet (spreekwoord)
- ‘Ik sterf van kou’ sprak Steven . . (spreekwoord)
- ‘Ik’ zei de gek (spreekwoord)
- ‘Je moet ze maar proeven’, zegt de Jood (spreekwoord)
- ‘Lumineus’, van Lat.: lumen, lucere: lichten, van: lux, d.i. licht. Letterlijk: verlicht. ‘Origineel’, van Lat.: originalis, van: origo, oorsprong. Derhalve: oorspronkelijk (spreekwoord)
- ‘Maak het kort’, zei Van Oldenbarnevelt toen hij onthoofd werd (spreekwoord)
- ‘Natuurlijk’ is naakt (spreekwoord)
- ‘Nieuwe grillen’, zei de kleermaker - en hij beet in zijn tafel (spreekwoord)
- ‘We zullen maar eens zien’, zei de blinde (spreekwoord)
- ‘Wees u zelven!’ zeide ik tot iemand (spreekwoord)
- ‘s Kosters kiekens wachten (spreekwoord)
- ‘t Gras van onder iemands voeten wegmaaien (spreekwoord)
- ‘t Is altijd een ei of een kieken (spreekwoord)
- ‘t Is beter blaezen ’t aller stond (spreekwoord)
- ‘t Is een kuiken zonder kop (spreekwoord)
- ‘t Is geen aangenomen werk (spreekwoord)
- ‘t Is geen doodwonde (spreekwoord)
- ‘t Is het steeltje met het pannetje (spreekwoord)
- ‘t Is waarachtig geen peulschilletje (spreekwoord)
- ‘t Valt moeilijk veel hoofden onder één kaproen te brengen (spreekwoord)
- ‘t Werk looft de meester (spreekwoord)
- ‘t Zijn allemaal geen dieven daar de honden tegen blaffen (spreekwoord)
- ‘t Zijn twee hoofden onder één kaproen (spreekwoord)
- ‘t Zijn twee zielen in één zak (spreekwoord)
- ’T is beter een voghel in de handt (spreekwoord)
- ’k Heb naer u groot verlangen, ick wensch naar u altoos (spreekwoord)
- ’k Heb, o doorluchtig Hoofd der Hollandsche poëten! (spreekwoord)