Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie L
- Lommerdbriefje
- Lommerden
- Lommerdhouder
- Lommeren
- Lommerhuisje
- Lommerig
- Lommering
- Lommerkant
- Lommerlust
- Lomp (1)
- Lomp (2)
- Lomp (3)
- Lomp (4)
- Lompachtig
- Lompachtigheid
- Lompen
- Lompenbak
- Lompenlezer
- Lomperd
- Lomperik
- Lompheid
- Lompigheid
- Lompsuiker
- Lompweg
- Long
- Longaandoening
- Longcloth
- Longengymnastiek
- Longenmoes
- Longenpest
- Longerach
- Longgezwel
- Longimetrie
- Longitude
- Longitudinaal
- Longkamer
- Longkruid
- Longkwaal
- Longmos
- Longontsteking
- Longslakken
- Longtering
- Lonk
- Lonkaard
- Lonken
- Lonkend
- Lonker
- Lonkspier
- Lont
- Lontar
- Lontdraad
- Lontgat
- Loo
- Loochenaar
- Loochenbaar
- Loochenen
- Loochenend
- Lood
- Loodaarde
- Loodaars
- Loodaccumulateur
- Loodacetaat
- Loodachtig
- Loodader
- Loodblauw
- Loodblik
- Looden (1)
- Looden (2)
- Looder
- Looderts
- Loodgietersambacht
- Loodglans
- Loodgrijs
- Loodhoudend
- Loodig
- Loodje
- Loodkabel
- Loodkalk
- Loodlijn
- Loodlijnbalie
- Loodlijnig
- Loodmelk
- Loodrecht
- Loods (1)
- Loods (2)
- Loodsballon
- Loodsboot
- Loodsen
- Loodsgeld
- Loodslakken
- Loodsleerling
- Loodsman
- Loodsmannetje
- Loodsmansboot
- Loodsoldeer
- Loodspaat
- Loodsschuit
- Loodssignaal
- Loodsteen
- Loodtalie
