Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie L
- Labiaal
- Labiaalstem
- Labiel
- Laborant
- Laboratorium
- Laboreeren
- Laborieus
- Labradorsteen
- Labroïden
- Labyrint
- Labyrintodonten
- Labyrintspin
- Lacet
- Lach
- Lachbui
- Lachduif
- Lachebek
- Lachedingen
- Lachen
- Lachend
- Lachenderwijs
- Lacher
- Lacherig
- Lacherij
- Lachgas
- Lachkramp
- Lachspier
- Lachstem
- Lachster
- Lachstuip
- Lachtrek
- Lack
- Laconisch
- Laconisme
- Lacrymae christi
- Lactarine
- Lactatie
- Lactisch
- Lactometer
- Lactoscoop
- Lactucarium
- Lacune
- Ladaat
- Ladang
- Ladanum
- Ladde
- Ladder
- Ladder-eigen
- Ladderboom
- Ladderhaak
- Laddervormig
- Laddervreemd
- Ladderwagen
- Lade
- Ladeboom
- Ladelichter
- Ladelooper
- Laden
- Ladenkast
- Lader
- Ladetafel
- Lading
- Ladingmal
- Ladingsbrief
- Ladingsstroom
- Ladronen
- Lady
- Ladykiller
- Ladylike
- Laetare
- Laf
- Lafaard
- Lafachtig
- Lafbek
- Lafenis
- Lafhartig
- Lafhartige
- Lafheid
- Lafmoedig
- Lagedrukmachine
- Lagen
- Lagenlegger
- Lager
- Lagerbier
- Lagereind
- Lagerwal
- Lagrimoso
- Lagune
- Laisser-aller
- Laisser-passer
- Lak
- Lak-lak
- Lakachtig
- Lakei
- Laken
- Lakenachtig
- Lakenbereider
- Lakenraam
- Lakensch
- Lakenschaar
