Gepubliceerd op 19-09-2018

Loodje

betekenis & definitie

Loodje o. (-s), looden merkje; een looden of blikken plaatje, dienende ten bewijs dat men, bij postwagens b. v., de vracht heeft betaald; vandaar (fig.) zulk een bewijs van betaling b. v. in den schouwburg, schoon dit een kaartje is;

— (fig.) het loodje leggen, een verlies lijden;
— hij zal het loodje leggen, het spel verliezen, de schade lijden, de schuld krijgen;
— een voorstel, rekest enz. onder het loodje leggen, voor nadere behandeling ter zijde leggen (zoodat er gewoonlijk niets van komt);
— de laatste loodjes wegen het zwaarst, het laatst van den arbeid valt het moeilijkst;
— (fig.) het loodje schieten, geld schieten; (fig.) ik zal er nog een loodje opleggen, ik zal de zaak nog wat moeilijker maken.

< >