Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie M
- Murwtjes
- Muscardine
- Musch
- Muschachtig
- Muschelkalk
- Muschwortel
- Muscus
- Museo
- Musette
- Museum
- Museumbeambte
- Musiceeren
- Musicus
- Musiefgoud
- Muskaat (1)
- Muskaat (2)
- Muskaatboom
- Muskadel
- Muskadeldruif
- Muskeeren
- Muskel
- Musket (1)
- Musket (2)
- Musketgat
- Musketier
- Musketkogel
- Musketon
- Musketschot
- Muskieten
- Muskietenplaag
- Muskus
- Muskusballen
- Muskusreuk
- Musschenei
- Musscheveer
- Mustang
- Mut
- Mutabel
- Mutabiliteit
- Mutatie
- Mutatierecht
- Mutatietheorie
- Mutatis mutandis
- Mutator
- Mutilatie
- Mutileeren
- Mutineeren
- Muts
- Mutsaard
- Mutsaardbinder
- Mutseband
- Mutsenband
- Mutsje
- Mutten
- Mutualisme
- Mutualiteit
- Mutueel
- Muur (1)
- Muur (2)
- Muuranker
- Muurbloem
- Muurboor
- Muurdijk
- Muurkalk
- Muurpeper
- Muze
- Muzelman
- Muzenberg
- Muziek
- Muziekavondje
- Muziekkastje
- Muzikant
- Myalgie
- Mycelium
- Mycologie
- Mycologisch
- Mycoloog
- Myelitis
- Myiologie
- Mylady
- Mylodon
- Mylord
- Myographie
- Myologie
- Myopisch
- Myria
- Myriade
- Myriagram
- Myriatype
- Myriorama
- Myrrhe
- Mysterie
- Mysteriespel
- Mysticisme
- Mysticus
- Mystiek (1)
- Mystiek (2)
- Mystiek (3)
- Mystificatie
- Mystificeeren
